Elias Coldeweij (Epe 1772-Deventer 1855)
X Hester Maria van Diest (Bathmen ± 1780-Deventer 1858)
Elias was koopman/winkelier en woonde met zijn gezin op de Nieuwe Markt in Deventer. Hij was eerder getrouwd met Je=nneken Stroes maar zij was overleden in 1799. Zijn vader – ook Elias Coldeweij – was molenaar op de zuidelijke Wisselse molen. Hester Maria’s vader was predikant, en woonde met zijn vrouw Maria Coopsen in de pastorie in Bathmen. Hesters zus Cornelia Johanna Antonia was getrouwd met de Deventer boekdrukker Jan Hendrik de Lange op de Brink.
De winkel Coldeweij was op Nieuwe Markt 24 (toen nog de Hofstraat) en het gezin woonde op huisnummer 25-26. Elias en Hester Maria kregen 12 kinderen waarvan er 11 de volwassen leeftijd bereikten. Vijf kinderen bleven er ongehuwd en bleven op de Nieuwe Markt bij hun ouders wonen. Jan Hein en Elias junior waren nu ook koopman op de Nieuwe Markt. De overige kinderen vlogen uit.
Beide ouders overleden op de Nieuwe Markt 1359 en 1301 in 1855 en 1858). De vrijgezelle koopman Jan Hein vertrok met een broer en zus naar spijker Meilink in Bathmen. Jan Hein overleed in 1885, de twee anderen keerden datzelfde jaar terug naar Nieuwe Markt 24.
Zoon Samuel Henricus was predikant in Borculo en getrouwd met Jannetje Bussink, dochter van koekebakker Jacob Bussink op de Lange Bisschopstraat 6. Hun zoon Co (Jacobus Albertus) Coldeweij werd later directeur van koekbakkerij Bussink.
JACOBUS ALBERTUS COLDEWEIJ
Jacobus (Co) Albertus (Borculo 1846-1903 Arnhem) was 14 jaar oud toen hij bij de firma Bussink Koek aan de Lange Bisschopstraat 6. In 1874 trouwde hij Anna van Delden (1853-1910). Zij was de dochter van Sjuwke Maria Bussemaker en Pieter van Delden. Het echtpaar kreeg 7 kinderen. Jacobus Albertus Coldeweij nam in 1875 de zaak over van ooms Berend en Peter Jan Bussink. Hij ging over op fabrieksmatige produktie van koek en vergrootte het bedrijf door verschillende aankopen. Hij kocht bakkerij Pieterman WAAR (1875), een aantal naastgelegen panden in de Assenstraat (1877), bakkerij Schutte aan de Nieuwe Markt (1886), en toen de nieuwe doopsgezinde kerk in Penninckshoek op de Brink klaar was kocht hij de kosterij en pastorie van de oude doopsgezinde schuilkerk in de Korte Assenstraat aan (1897).
Jacobus was in 1889 mede-oprichter – samen met J.B. Becking van de Moriaan – van de lokale velocipedeclub Immer Weiter en was actief als bestuurder in Deventer fietsfabriek Burgers (CHECK). Ook schreef hij een operette Marijke van Scheveningen. In 1903 woonde het echtpaar in de Lange Bischopstraat 4 (E1625 – ik lees eerder ook nog 1685?)), later verhuisden zij naar de Welle 41/29. Jacobus en Anna erfden het familiegoed Jachtlust in Twello. Daar zullen zij vooral de zomers hebben doorgebracht, samen met andere familieleden. Hun zoons Pieter en Constant Johan gingen ook aan het werk in koekbakkerij Bussink.
CONSTANT JOHAN COLDEWEIJ
In 1891 ging de 13 jarige Constant Johan Coldeweij (Deventer 1878-Epse 1961) aan het werk bij Bussink Koek. Hij trouwde in 1912 met Janneke Anette Jantine Bruins (1884 Usquert). Hij woonde met zijn gezin aan de Twelloseweg 5 of 15 (er is een foto van) op de Worp. Samen met zijn oudere broer Pieter – die vanaf 1898 ook bij Bussink werkte – introceerden zij de Bussink ontbijtkoeken. In 1938 kochten zij Coelingh, een grote koek- en suikerwerkfabriek in de Assenstraat 24-36 CHECK. Na de Tweede Wereldoorlog werd ook bakkerij Klopman Baerselman overgenomen. In 1952 verhuisde de oude fabriek van Deventer centrum naar een moderne fabriek aan de Hanzeweg, inmiddels een industrieel monument. Daarna werd het Bussink Koekwinkeltje aan de Brink 84 ingericht.
Constant Johan bekommerde zich om het familiebuiten Jachtlust in Twello. In 1914 stond het te huur, maar Constant verkocht daarna nog een paar keer haver en hout van het land rond het buiten. In 1923 werd Jachtlust uiteindelijk geveild en gemijnd in Hotel van Enter in Twello. Constant Johan overleed 82 jaar oud in Epse HUIS? Zijn zoon, ook met de naam Constant, werd later ook directeur van Bussink. Hij woonde aan de Bolmansweg 6 in Epse. Landgoed en villa Venhorst Epse, Wentholtweg 9, gebouwd 1938, ontwerp Knuttel – genoemd als eigendom van C.J. Coldeweij.
PIETER EN MARTHA COLDEWEIJ
Zeven jaar later, in 1898, gaat ook oudere broer Pieter Coldeweij (XXXX Deventer-Twello 1961) aan het werk bij Bussink Koek. Hij was 21 jaar oud. Naast koekfabrikant was hij ook kunstschilder en fotograaf. Pieter huurde vanaf 1914/1921 met zijn jongere zus Martha (1894-1989) voormalig havezate de Parkeler aan de Blikkenweg in Twello. In 1924 kocht hij het. Oudste broer Samuel Henricus (-Twello 1929) – procuratiehouder bij een bank CHECK!!! en zijn vrouw Engelina Elisabeth van Delden (-Twello 1938) overleden beiden op de Parkeler. Pieter trouwde nooit maar had gedurende zijn leven twee mannelijke partners. hij stierf op de Parkeler in 1962, Na het overlijden van zijn zus Martha Coldeweij in 1989 werd de Parkeler verkocht. (Veel foto’s bij de HVV)