Grote Kerkhof 22

 

 

De Moriaan

Eigenaren voor 1800

XXXX – Berent Berents, laekenmaecker.
1600 – Johannes Haeck – mogelijk gerelateerd aan de vermogende familie Haeck uit Zutphen. Zij hadden in de 17de eeuw een herberg/wijnkoperij met een roomskatholieke schuilkapel aan de Zaadmarkt 88 in Zutphen .
1646 – Professor dr. Christenius was professor in de rechten en rector aan de Illustre School van 1637-1648.
1682 – Dr. A. Cluppel als vertegenwoordiger van klooster te Vaerle(?) en Joannes Haeck
1686 – Dieltien Hagen en Wolter van Oosten
1709 – Apotheker Arn. Beumer, Frans van Houten (bezit ook Aan den Dijk?) en Wolter van Oosten
1719 – Claas Janssen Basjes en Hend. Hesselink|
1730 – Steven Claessen Staphorst
1745 – Claas Clasen
1750 – Derkien Gelenbeek en Johanna Gelenbeek. Dochters van Jan Galenbeek uit Appenhuijzen bij Bathmen. Johanna was getrouwd met de Amsterdamse Dirk Outla. Zij kregen zeker twee zoons: Jan en Dirk.|
1784 – Jan Ernst Meermond
1784 – Jan Geelenbeek. Zeer waarschijnlijk de zoon van Johanna Gelenbeek en Dirk Outla, geboren Amsterdam 1764.
1795 – Overdracht van Jan Gellenbeek aan Jan Janssen

Eigenaren vanaf 1800

1807- Jan ERENTS Meermond (voor de helft) en zijn huisvrouw Fenneken Middelburg (overleden) en hun kinderen Harmannus Erents en Willemina Erents (ieder eenvierde deel). Zelfde als die van 1784. Groningse naam? NB. Familie Erenst ook aan de Waterstraat bezit!!!!!

1816 – 1826 LEONARD POTGIETER X DIRKJE WALLENAAR

Vanaf 1816 werd de Moriaan gerund door logementhouder en postmeester Leonard Potgieter (1770- 1810) en Dirkje Wallenaar (1760-1837). Zij kregen 1 dochter: Harmanna Catriena Helena Potgieter. Leonardus Potgieter kwam uit Zwolle – zijn vader Antonie Potgieter was voerman en zijn moeder Catharina Schornagel kwam van Deventer. Dirkje Wallenaar was geboren in Amsterdam. Haar vader Jan (Johannes) Wallenaar (1728-rond 1800) kwam oorspronkelijk ook uit Zwolle. Jan Wallenaar trouwde in 1756 in Amsterdam met Harmanna van Hunderen (1732-1763). Harmanna kwam ook van Deventer.
Jan en Harmanna woonden na hun trouwen in de Nieuwstraat-Nieuwe Zijdsvoorburgwal – niet ver van de Dam. Zij kregen vier kinderen: drie meisjes – waaronder Dirkje – en een jongen. Alleen Dirkje bereikte de volwassen leeftijd, de andere drie kinderen stierven ruim voor hun 10de levensjaar. Moeder Harmanna overleed in 1763. Dochter Willemijntje was toen 5 jaar, Dirkje 3 jaar, en Johanna een half jaar oud. Zoon Johannes was al een jaar eerder overleden – slechts 1 jaar oud.
In datzelfde jaar 1763 trouwde Jan Wallenaar – een paar maanden na de dood van zijn vrouw – met Hendrika Valk. Zij kwam ‘van Weijen’ – zou men hiermee Wijhe bedoelen? In Wijhe nog geen Hendrika Valk gevonden. Jan kreeg met zijn 2de vrouw in Amsterdam in ieder geval nog vijf kinderen. Eerst een tweeling: zij stierven beiden na 3 maanden  STERFBOEK 2 KINDJES IN EEN KISTJE. Er volgden nog drie jongens: Gerrit Jan, Willem en Hendricus. Dirkje was getuige bij de doop van haar jongste halbroertje Hendricus in 1772 in de Nieuwe Kerk in Amsterdam.
In 1777 vinden we Jan Wallenaar terug in Deventer. Hij was welgesteld want hij bezat stadspanden in de Noordenbergstraat, Polstraat en Waterstraat. Samen met zijn vrouw Hendrika kocht Jan Wallenaar boerderij De Otter gelegen aan de huidige Oranjelaan direct bij de Wetering richting Diepenveen, mogelijk als zomerverblijf. Vanaf 1792 gingen de stadspanden over in handen van zijn twee enige erfgenamen: zijn tweede vrouw Hendrika Valk en zijn dochter Dirkjen Wallenaar-Potgieter. Jan Wallenaar was rond 1792 overleden, want dat is de eerste datum waarop Hendrika Valk weduwe wordt genoemd.
Dirkje en Leonard zijn getrouwd in 1793. In 1807 is de Moriaan nog in bezit van XXXX  ZIE STRAATBOEK Maar vanaf 1816 loopt de zaak. Het huis van de familie Potgieter-Wallenaar is het middelpunt van transport van personen en post midden 19de eeuw in Deventer. Het Grote Kerkhof is een schakelpunt van postwagens van en naar Deventer, en een overstapplaats van vervoer over land naar vervoer over de IJssel gelegen direct achter de Moriaan. Reizen per paard, kar, koets of boot was zwaar omdat  het lang duurde en omdat de wegen veel slechter waren dan nu. Dus men maakte volop gebruik van de vele stopplaatsen. In het logement kon gegeten, gedronken en geslapen worden. ADVERTENTIES FOTO KARREN OP DE KERKHOF
Postmeester Leonard Potgieter overleed 39 jaar oud in 1810. Hij was nog geen 40 jaar. Het overlijdensbericht was smartelijk en vol gemis, en het vertelde dat dochter Harmanna Catriena Helena hun enige kind was. Dirkje overleefde haar man nog 27 jaar en bleef nog een tijdje genoemd als logementhoudster in de Moriaan. Dirkjes stiefmoeder Hendrika Valk overleed in 1816 ‘ten huize van de Potgieters’ aan de Grote Kerkhof. Hendrika’s zoon Gerrit Jan – de halfbroer van Dirkje – was twee jaar eerder overleden in het Sint Elisabehsgasthuis in Deventer. Hij woonde daar als kostkoper. Over Hendrika’s andere twee zoons is niets bekend.

Tot 1824 adverteerde de Moriaan nog met de omschrijving ‘bij weduwe Potgieter’. Weduwe Dirkje Potgieter bleef dus nog lang een begrip in Deventer en omstreken. Zij stierf uiteindelijk in de Moriaan in 1837. Zij werd 77 jaar oud. MOOI OVERLIJDENSBERICHT.

1826 – 1846 Jan Harmen Becking X Harmanna Catharina Helena Potgieter

Enige dochter Harmanna Catriena Helena Potgieter (1798-1844) trouwde met Jan Harmen Becking (1793-1846) uit Zelhem – bij het huwelijk in 1817 was hij winkelbediende, bij de geboorte van hun eerste kind 1818 was hij al logementhouder. Niet lang daarna werd hij ook postmeester genoemd. Samen met schoonmoeder Dirkje was hij waarschijnlijk de baas in de Moriaan.

Vanaf 1826 werd de Moriaan in de krant gepresenteerd met de naam J.H. Becking, dat werd al snel ‘Becking in de Moriaan’. In het kadaster van 1832 wordt als eigenaar van de Grote Kerkhof 22 te Deventer genoemd Jan Harmen Becking, logementhouder. Er hoorde toen ook een stal met erf bij gelegen Achter de Muren direct achter de Moriaan. Tussen de Moriaan en de Welle lag tot WO2??? nog een srtaatje met bebouwing genoemd Achter de Muren Duimpoort. Aan de overkant van de IJssel bezat Becking een kleine en grotere tuin met tuinhuis op de Hoven. Ook direct voor de Moriaan bezat Becking een perceel met straatstenen op het Grote Kerkhof. Hier stond ooit een pand maar dat was verdwenen. Het was een perfecte plek voor het parkeren van de postwagens.

Jan Harmen Becking was geboren in Zelhem in 1793, als zoon van Hendrick Jan Becking en Aleijda Nieuwenhuijs. Zijn vader was Rijksontvanger te Varsseveld, Voogd van Wisch en Holtdrost. In de FAMILIE BECKING zaten onder andere richters, kerkmeesters en burgemeester van Borculo.

De trouw-aankondiging in de Opregte Haarlemsche Courant spreekt van J.H. Becking van de Landeweert. Zijn oudste broer Frans Abraham Becking werd in 1829 genoemd als logementhouder / herbergier op de Landeweer in Halle, een boerderij/herberg in het buurschap Halle ten zuidoosten van Zelhem. Jan Harmen Becking was geboren op de Landeweer???? Mogelijk was herberg de Landeweer al vergeven aan zijn oudere broer Frans Abraham Becking en zocht de jongste Becking zijn geluk elders? Boerderij Landweer lag aan aan de ZIEUWENTWEG 2 HALLE. De oorspronkelijke boerderij/herberg brandde af voor 1880 en is daarna herbouwd op dezelfde plek.

Het echtpaar Becking-Potgieter kreeg tussen 1817 en 1830 acht kinderen waarvan uiteindelijk vijf kinderen de volwassen leeftijd bereikten. Jan Harmen deed goede zaken in Deventer. In de voormalige Sint Janssteeg bevind zich nog een sluitsteen met J.H.B(?) 1838. De familie Becking bezat hier mogelijk ook al een stal en erf. Tot ongeveer deze tijd waren de huizen, stallen en erven in bezit van een andere logementhouder VAN KONINGSVELD (overleden XXXX).

Jan Harmen Becking bezat in 1832 ook boerderij met herenhuis KLEIN SCHAASBERG gelegen voorbij Okkenbroek in de gemeente Raalte met rondom bospartijen, strakke lanen, een tuin van vermaak en een vijver. Jan Harmen Becking kocht ook nabijgelegen boerderijen Spijkerman en Zandbergen. Katerstede Spijkerman werd gesloopt en vervangen door een vijver met een koepel, later De Koepel genoemd. In 1846 overleed Jan Herman Becking in de Moriaan. Twee jaar eerder was zijn vrouw Harmanna Potgieter overleden.

1846 – 1916 Leonardus Jan Harmen  Becking X (1) Calolina Becking X (2) Kunne Hillegonda Bussink

Oudste zoon Leonardus Jan Harmen (L.J.H.) (Deventer 1818-Terwolde 1899) genoemd naar grootvader Potgieter – was de opvolger van postmeester Jan Harmen in de Moriaan. Zijn eerste vrouw Carolina Becking – hoe nabij familie – zij trouwden 1846 in Deventer – stierf in 1848 na haar tweede kraambed, ook beide kindjes overleden. In 1850 trouwde Leonardus met Kuna Hillegonda Bussink, de dochter van de bekende Deventer koekbakker Jacob Bussink. Zij kregen samen tussen 1850 en 1870 tien kinderen in de Moriaan: negen jongens en een meisje. Twee van de tien kinderen stierven jong.
Leonardus Becking werd in 1869 ook genoemd als eigenaar van de KWAPPENBERG in Terwolde, een ‘landgoed met heerenhuizing annex bouwmanswoning, koepel, tuin en wandelpaden, vijver, bouw – en weilanden, bosch’. Dit was erfgoed van schoonvader Jacob (J.P.) Bussink, koekebakker in Deventer. Jacob Bussink was al eigenaar van de KWAPPENBERG in 1826. Het landgoed werd in 1851 ter veiling aangeboden (Delpher). Door Becking of Bussink?

TANDTREKKERS BRILSLIJPERS, BOEDELAANKONDIGINGEN, VERKOPEN ED OP DE MORIAAN

Dochter Alida Gerharda Berendina Becking trouwde in 1841 met advocaat Johan Pieter Gerardus Moorrees (Batavia ±1786-Anklaar Apeldoorn 1907) en erfde DE KOEPEL op landgoed Klein Schaesberg. In 1852 kregen zij een lening van 13000,- op naam van de Koepel. Zij woonden even in Zwolle maar kwamen daarna weer teug naar Deventer. Het huwelijk duurde maar 9 jaar, want zij stierf in de Engestraat 1844 vlak na de geboorte van haar zevende kind – 30 jaar oud. Het meisje kreeg de naam van haar moeder.
Zoon Derk (Deventer 1827-?) begon als spekslager en later koopman in Bathmen. Hij bewoonde daar het herenhuis OVERLAAN. Op de plek van Overlaan is later de zuivelfabriek gebouwd. Handelaar Derk vertrok naar Hull en trouwde in 1871 op 43-jarige leeftijd de 30-jarige Elisabeth Emlin (of Emily?) uit Hull. Hij nam haar mee naar Deventer in 1871, en zij woonden een tijdje in de Polstraat XXXX. Daarna zijn zij weer naar Engeland vertrokken. Hij had daar inmiddels een handelsagentschap in zuivel en vlees genaamd Becking & Compagny in het centrum van Hull.
Zoon Jan Harmen Becking (Deventer 1828-Wijhe 1915) kreeg erve en herenhuis KLEIN SCHAESBERG in 1849. Hij trouwde 1856 Maria van Nek en zij kregen 1 zoon. Zij bewoonden Klein Schaasberg in 1856. In 1857 vestigden Jan Harmen en zijn gezin zich kort in Bathmen (Dorp 51) en boden Klein Schaasberg ter veiling aan, maar er werd niet verkocht, of mogelijk alleen een deel. Jan Harmen noemde zich op dat moment landbouwer en grondeigenaar. In 1859 nam het echtpaar een hypotheek op van 10000,- op naam van Klein Schaasberg. Mogelijk om het herenhuis naar eigen smaak op te knappen?
In 1866 vertrok het gezin naar Wijhe, alwaar Jan Harmen logementhouder werd in de Brabantse Wagen, een bekend logement aan de IJsseldijk. Dit duurde niet lang want rond 1880 werd de Brabantse Wagen in Wijhe gesloopt en liet Jan Harmen er een nieuw huis.
Jongste broer Herman (Deventer 1830-Deventer 1890) – ook landbouwer en boterhandelaar – erfde boerderij ZANDBERGEN gelegen bij landgoed Klein Schaesberg in 1849. Hij staat ingeschreven in de gemeente Raalte tussen 1850 en 1860. Hij verkocht Zandbergen in 1861 aan landbouwer Hendrikus Niland uit Holten die een jaar later trouwde met Anna Maria ten Have uit Diepenveen.
In 1867 werden Jan Harmen en Herman genoemd als resp. eigenaar en bewoner van Klein Schaesberg. Het verhaal ging dat de heren Becking op Kleine Schaasberg ook op de zondag  – de dag des heren – gewoon de stobben hakten, men sprak er schande van in de buurt. De broers verkochten in 1867 Klein Schaasberg aan landbouwers Gerrit Hazelekke en Gerritdina Vrielink.
In 1884 werden de ‘heren Becking’ nog een keer genoemd als eigenaar van Klein Schaasberg en was er weer sprake van een hypotheek  van 11000,- op de boerderij. De vraag is of dit klopt. Er wordt hier ook verwezen naar dat de boerderij al verkocht was aan Niland.

1900-1916 DE LAATSTE GENERATIE BECKING OP DE MORIAAN
1899 – 1916 Weduwe Kunne Hillegonda Bussink en kinderen

Het is niet duidelijk of het werk in logement de Moriaan van het echtpaar Becking-Bussink over is genomen door de kinderen. Soms sprak men in de advertenties van de Moriaan over de heren Becking in meervoud, dan was het weer eenvoudigweg Becking in Moriaan. Bovendien nam tegen het eind van de 19de eeuw het transport en personenvervoer via postwagen, dilligence en schip af vanwege de komst van spoor en (paarden)tram. De spoorverbinding bracht een drastische verkorting van de reistijd voor mensen, goederen en dieren. In het begin werden passagiers en goederen met dezelfde stoomtrein vervoerd. Begin 20ste eeuw begonnen de eerste autobussen te rijden. Er kwamen minder steeds minder reizigers langs het Grote kerkhof 22. Ook de post werd per trein vervoerd.
Vader Leonardus Becking was 80 jaar oud in 1899 gestorven in Terwolde aan de overkant van de IJssel. Zijn vrouw had daar ook boerderij-herenhuis DE KAA nabij de KWAPPENBERG aan de Kadijk geerfd van haar de familie Bussink. Het eenvoudige landhuis bestaat nog in gewijzigde vorm. De Kwappenberg was rond 1890 al gesloopt, maar de gronden waren nog in bezit van de familie Becking-Bussink.
De meeste kinderen van Leonard en Kuna gingen ieder hun weegs. Alleen Jochem Gerrit Albertus Becking en Leonardus Hendrikus Johannes Becking, die ook een sigarenfabriekje had op >>>>ADRES Grote Kerkhof 12-13 vanaf 1881 zijn mogelijk op of nabij het Grote Kerkhof blijven wonen.
Kuna Bussink was 85 toen zij stierf in 1914 in Deventer. Een jaar later stierf de Jan Harmen Becking, de laatste broer van Leonardus Becking. In 1916 werd het hotel De Moriaan te koop aangeboden. De Moriaan had toen 18 kamers. Het werd een dependance van het naastgelegen HOTEL DE ENGEL. De kleinkinderen Jochem Gerrit Albertus en Leonardus Hendrikus Johannes vertrokken beiden na de verkoop van de Moriaan in 1916 naar Bathmen.
De Moriaan bleef een dependance van Hotel de Engel tot 1964. Daarna werd het pand in gebruik genomen door de gemeente Deventer. Deze is in 2018 verhuisd naar het kersverse nieuwe stadhuis op het Grote Kerkhof.

1916 – 1964  Eigenaren HOTEL DE ENGEL. De Moriaan werd een dependance van Hotel de Engel.
1964 – 2018 Gemeente Deventer. De Moriaan werd gebruikt als kantoortuimte.

RIJKSMONUMENT 12563
In oorsprong twee panden aan de Grote Kerkhofszijde samengevoegd door een lijstgevel en gebracht onder een gemeenschappelijk schilddak. Omlijste getoogde dakkapel, strekken; voordeuromlijsting en stoeptreden. Aan de achterzijde gootlijst op klosjes en moderne, grote dakkapellen.

De vloeren en ramen van beide huizen liggen op verschillende hoogte. De huidige voorgevel is er waarschijnlijk rond XXXX aangemetseld, zoals bij zovele Deventer panden. FOTO WELLEZIJDE

LINKS NAAR OVERIGE LOGEMENTEN EN POSTHUIS KONINGSVELD