ijstijden en tussenijstijden

De laatste 2.5 miljoen jaren van de aardgeschiedenis staat bekend als het ijstijdvak Kwartair. In het Kwartair zijn meerdere ijstijden geweest. Het Kwartair wordt gekenmerkt door afwisselende koude periodes (glacialen of ijstijden) en warme tussenijstijden (interglacialen). De binnen de glacialen waargenomen relatief warme perioden worden interstadialen genoemd. Nu leven we in een tussenijstijd. Klimatologen verwachten dat deze tussenijstijd over ongeveer 10.0000 jaar afloopt.

Overzicht laatste ijstijden gedurende de nederlandse prehistorie in Nederland;
Saalien (glaciaal) 370.000-130.000 jaar geleden
Eemien (interglaciaal) 130.000-117.000 jaar gelden
Weichselien (glaciaal) 117.000-11.650 jaar geleden (binnen het weichselien warmere en koudere perioden)
Holoceen (interglaciaal) 11.650 jaar gelden – heden

AFBEELDING
midden pleistoceen 781-126.000 jaar geleden.

landschap nederland midden-pleistoceen
Nederland was in het Midden-Pleistoceen, evenals in het Vroeg-Pleistoceen, vooral een rivierenland. Tot twee keer toe bereikten Scandinavische gletsjers ons land. Tijdens de maximale uitbreiding in het Saalien, zo’n 150.000 jaar geleden, kwam het ijs tot aan de lijn Haarlem-Nijmegen en werden de stuwwallen als de Veluwe en de Utrechtse Heuvelrug gevormd. In een eerdere ijstijd, het Elsterien (zo’n 430.000 jaar geleden), had het landijs al eens Noord-Nederland bereikt. Tijdens de ijstijden heersten er meestal steppeachtige omstandigheden. Het land was koud, kaal en winderig, maar toch vol leven. Mogelijk hebben in West-Nederland enkele malen grote smeltwatermeren gelegen. De enorme zeespiegelschommelingen, die samenhingen met het vastleggen van zeewater in de polaire ijskappen, zorgden ervoor dat Nederland afwisselend aan de kust (in de tussenijstijden) of ver van zee (tijdens ijstijden) lag.

BRON: www.geologievannederland.nl